Klimmen, kou en mist

In Vientiane zijn we ook nog bij het COPE (Cooperative Orthotic and Prosthetic Enterprise) centrum geweest. Dat is een Ngo die mensen helpt die zijn geraakt door achtergebleven explosieven.

Laos neemt op een van de vele lijstjes ook een nummer één positie in, namelijk op het lijstje van meest gebombardeerde landen. Tussen 1964 en 1973 hebben de Amerikanen 580.000 bomvluchten gemaakt en daarbij 80.000.000 clusterbommen gegooid. Dat is elke 8 minuten een bom! Die clusterbommen vallen uiteen in 670 kleinere bommen. Ongeveer 30% van deze kleinere bommen zijn niet geëxplodeerd. In diezelfde periode zijn daardoor 50.000 slachtoffers gevallen en na 1973, na het einde van de oorlog, nog eens 20.000 doordat bijvoorbeeld kinderen gaan spelen met een niet geëxplodeerde bom en dan….. Nog steeds zijn er veel plekken die gevaarlijk zijn. Een Noorse organisatie helpt met het opsporen van deze onontplofte bommen (je zou verwachten dat de Amerikanen hun rotzooi komen opruimen…).

De kleinere bommen die uit een clusterbom komen
Veel oude protheses voor afgerukte ledematen

Nadat we onze visa voor Thailand binnen hadden zijn we weer op pad gegaan richting het noorden. Wat onderweg vooral opvalt is de enorme aanwezigheid van de Chinezen. Zij zijn volop bezig met het aanleggen van de hoge snelheidslijn van Kunming naar Bangkok. Daarnaast leggen ze ook verschillende stuwdammen aan in de rivieren om zo elektriciteit op te wekken. Ze hebben consessies tot 2026 en daarna komen de dammen weer in bezit van Laos (het vermoeden is dat er dan grote onderhoudskosten aankomen). Je zou het best neo-kolonialisme kunnen noemen. Het land leegplukken en dan teruggeven. De Chinezen bouwen hele dorpen voor hun mensen, inclusief guesthouses en restaurants. Veel borden hebben naast het Laotiaans ook de Chinese karakters.

Bruggen en tunnels zorgen voor een “vlak” liggend spoor

Het landschap is wel behoorlijk aangetast door al deze infrastructurele activiteiten, maar er is gelukkig ook nog een hoop moois te zien en te beleven.

Wat, in de van origine communistische landen, opvalt is dat winkels en stalletjes met dezelfde producten bij elkaar zitten, je fiets dan bijvoorbeeld langs stalletjes waar ze mandarijnen verkopen, en dat zijn dan meteen tientallen stalletjes met hetzelfde product. Heel klantgericht. Geen of nauwelijks concurrentie op prijs, maar op kwaliteit en service. In steden zie je dat ook veel, met bijvoorbeeld winkels waar ze pannen verkopen. De hele straat heeft dan die pannen. Jij als consument weet dan waar je moet zijn om pannen te kopen.

Heerlijke mandarijnen.
Op de achtergrond de aangelegde toiletgebouwen.
Gedroogde vis

Na Vang Vieng zijn we de bergen in gegaan en werd het af en toe zwaar klimmen. We stijgen soms meer dan 1000 meter op één dag.

Kilometers lang bergop

Het is ook ineens kouder in de ochtend en avond. In Phoukhoun op 1400 meter hebben we tot 10:00 uur moeten wachten voordat we weg konden omdat er een dikke mist lag (nog geen 5 meter zicht).

De dorpen in de bergen zijn zichtbaar armer. Je leest zo nu en dan de succesverhalen dat de extreme armoede sneller dan gepland de wereld uit wordt geholpen, maar hier leven de mensen die nog steeds van minder dan 2 dollar per dag moeten rondkomen. Er zijn verschillende organisaties die allerlei projecten doen o.a. het verzorgen van schoon drinkwater door het plaatsen van waterfilters waardoor er veel minder mensen overlijden aan de gevolgen van iets simpels als diarree. Een Canadees, die elke winter als vrijwilliger werkt voor zo’n charitatieve instelling, vertelde dat in de dorpen waar ze komen soms 100% van de inwoners diarree heeft. Het is dus zeer zinvol werk.

Een deel van de inkomsten verdienen de mensen door het maken van bezems. Ze halen de takjes uit de natuur. Ze slaan al het stuifmeel eruit, binden ze samen en leggen ze dan te drogen..

Overal waar we komen blijven de mensen ons enthousiast begroeten. Vooral kinderen blijven hun best doen contact te maken met die rare buitenlanders op een fiets.

We zijn onderweg een Duitser tegen gekomen van 76 jaar oud die vaker in noord Laos heeft gefietst en hij had wat goede tips voor het vervolg van onze tocht. We hebben deze tips ter harte genomen (ook omdat de Canadees die we spraken met vergelijkbare tips was gekomen) en onze route iets aangepast. We zijn nu nog in Luang Prabang en genieten van de cappuccino’s en het lekkere eten. Als de spierpijn van al het klimwerk over is gaan we weer op pad. Nog iets verder richting het noorden.

  1. Ruud & Sandra 31 januari 2020 at 16:14 #

    Mooie verhalen weer! Fijn dat het gelukt is met jullie visum. En zo te zien hebben jullie nog steeds goed weer. Wij hebben sinds de grens Laos/Vietnam bijna geen zon meer gezien. Veel plezier.

    Groet, Ruud & Sandra

  2. Helen 1 februari 2020 at 15:01 #

    Vanuit een coronavrij, lenteachtig en een afscheid van Engeland genomen Nederland lees ik met veel plezier het nieuwe blogje.🦠🌻💂🏻‍♀️

    • Leo 4 februari 2020 at 09:46 #

      Naar Engeland geweest? Leuk! Maar lees ik nu dat je in Nederland geen corona’s meer kunt drinken😂😂

Geef een reactie